Bonifac
Door: Wim wagenaaar
Blijf op de hoogte en volg Wim
17 Juni 2015 | Frankrijk, Bonifacio
Maandag de 15e vertrek ik weer uit Porto Pollu. Gisteravond zijn vele vaste gasten al huiswaarts gekeerd en leek het alleen maar rustiger, want het was ook zaterdagavond een rustige familiecamping. Ook hier ’s nachts de hop, een beetje kortaf vergeleken bij die in Calvi, maar elke keer wanneer ik naar de wc ga en die schatten van zwaluwbroers en zussen zie wachten op nieuw voer, dan vergoed dat veel vogelgevoel. Op maandagmorgen is de Corsicaanse zigeuner er weer om de toiletten schoon te maken. Hij lijkt op z’n laatste dagen te lopen en dan moet die drieling wel uit de buik komen. Zonder een filtersigaret heb ik hem nog niet gezien, die is ook een reden om met iedereen die op dat vroege uur naar de toilet gaat, een praatje te houden zodat hij ook even de werkzaamheden kan staken. Aan die vogels heeft hij de pest, die schijten zijn toiletdoorgang helemaal onder. Ik ga op mijn gemak de boel oppakken, eerst de enorme hoeveelheid pillen (14) met veel water, zoals bij enkele met klem wordt vermeld, dan het ontbijt, dat nog steeds uit Hollandse kruidkoek bestaat, maar dit keer met lekkere smeuïge Franse boter. Daarna ben ik in een half uur klaar om volledig opgetast te vertrekken. De eindbestemming is niet geheel duidelijk, ik wil naar de camping Pian de Fosse, dat 4 km ten N.O. van Bonifacio ligt. De Campingnavigator geeft er een straat bij maar die kent de tomtom weer niet. Dan maar de N en E coördinaten van de Acsigids, die zal me er voor de deur afleveren. Eerst rij ik weer naar Propriano en dan stijgt de weg naar Sartene, een mooie stad weet ik uit mijn herinnering. Maar het druilde al een beetje bij vertrek maar nu begint het ernstiger vormen aan te nemen en ik draai naar de overkant van de weg en ga naast een tankstation naar binnen om koffie en te schuilen. De koffie dame neemt dat schuilen helemaal goed want ze laat een zonnescherm naar beneden zodat de scooter ook droog blijft. Ik trakteer me op een croissant en de krant Corse-Matin ligt voor me. Allen de weersberichten hebben mijn interesse. Als ik weer opstap is het droog en dat zal ook zo blijven, zelfs de zon komt erbij. Na 10km ben ik in Sartene en stop weer in de oude stad. Die is echt oud met smalle steegjes en stenen trappetjes. Ik probeer zonder het te weten de scooter op een plek gereserveerd voor de verkeerspolitie te zetten. Twee leugenachtige types op een bankje ernaast zeggen tegen mij dat dat verkeerd gaat aflopen. Ik vraag waarom en dan komt de politieagent achter de boom vandaan en heeft zijn bonboekje in de hand. 50 mtr. verder is een moto parkeerplaats. Ik mopper tegen die 2 kommedianten op het bankje dat ze dat ook hadden kunnen zeggen voordat ik me van al mijn motorkostumage had ontdaan. Nadat iedereen tevreden is kan ik het stadje opnieuw gaan bewonderen. IK vind een hoekje terug met een krom stenen trapje die toen vol met begonia’s en andere bloemen in potten stond dat ik op de foto had gezet. Nu staan er minder bloemen en ga ik thuis de verschillen bekijken. De weg naar Bonifacio is goed. Er zijn schitterende uitzichten op zee. Hier begint de kalksteenkust waarop Bonifacio gebouwd. Ik doe eerst wat inkopen zodat ik een lekkere lunch kam maken. Hiervoor moet ik eerst via een tussenweggetje naar Bonifacio en kan dan aanvallen op een lunch. De tent kan wachten. ’s Middags rij ik naar de kust, een lange strook land vormtaan een kant de baai met weer leuke inhammen en kleine zandstrandjes, veel mensen zijn er niet, het waait hard en daarom zullen er veel surfers op het water en op de strandjes zijn. Er liggen enkele grote jachten in de baai die zeer breed is. Als ik tijd heb ga ik er nog zwemmen, want dat heeft de camping niet. Ik heb een plek gekozen die een verhoogde cirkel lijkt en aan de rand staan vele hoge olijfbomen welke zo gezien geen vruchten meer dragen, Hoogstammig en zeer grillig, ok op de plaatsen rondom me, een spook of heksenbos. Het bevalt me hier wel, rust en eenvoud. Als ik tegen 10 uur naar bed ga en nauwelijks de slaaphouding heb gevonden, krijg ik de schrik van m’n leven. De hop zit in de boom boven de tent en begint zijn pwiet te roepen. Ik ben bang dat hij de tent inkomt en ik dan niets weet te zeggen tegen hem. Ik heb kennelijk toch geslapen dat ik zo in paniek wakker ben geworden. Ik geniet daarna van zijn toon, van dichtbij zit er meer klank in, het heeft iets metalig. Maar dat ik in paniek raak omdat ik niet iets tegen een vogel durf te zeggen. Tja. Dinsdag door een misverstand om half 7 opgestaan en ontbeten. Ik rij naar Porte Vecchio en dan naar Pinarellu, een klein dorpje aan een mooie baai. In Porte V. slenter ik wat rond en wil een foto van de Porte di Genova maken maar dat zit me niet mee, ik wil er geen auto’s op hebben, maar dan parkeert er eentje zijn kleine bestelauto net op ene manier dat er een deel van dat lelijke ding er altijd opkomt omdat anders de compositie niet goed is. Nog even iets over witte bestelauto’s. Meestal zijn ze van het merk Mercedes, maar omdat ze allemaal op elkaar lijken is het dus Mercedes. Ik reed bij de smalle doorgang bij de Calanches bij Porto. In een bocht naar links liep een meisje op de witte afscheidingsrand aan de linkerkant van de weg. U raadt het al, met grote snelheid komt er een witte bestelbus door die bocht aangereden met zijn rechterwiel op die witte rand. Het meisje geeft een doodsgil en het enige wat zij doen kan doet ze; ze springt in de diepe greppel die bestaat uit smerig ruwe rots. Haar partner moet het gezien hebben want ik was hem al gepasseerd. In het spiegeltje zie ik de Mercedes doorrijden, alsof er niets gebeurd is. Dat was er ook niet maar het meisje gaf wel een knappe doodsgil en ik bleef me afvragen; liep ze nu aan de goede of verkeerde kant van de weg. In Pinarellu ga ik naar de camping waar we eens stonden lang geleden. Het is er nog en ook bijna precies zo. Ik moet de scooter neerzetten en mag lopend het enorme terrein op. Hier mogen de auto’s niet bij tent of caravan gezet worden, toen ook al niet, en dat heeft wel iets. Ik loop een klein eindje met die onwillige benen en maak nog een praatje met de jongen van de receptie. Ik vraag of de naturisten camping er naast nog is, want men vermengde zich in die jaren(1988) gewoon op het strand, sterker nog, ik trok de broek ook uit, daar. Ja, die tijd was het nog. Ik rij terug naar Bonifacio en bezoek de oude binnenstad met zijn nauwe straatjes en doorkijkjes. Het is nog niet zo druk mar er lopen een paar hinderlijke groepen Italianen die in de kerk gewoon blijven doorkletsen. Daarna nog een uur me met Napoleon vermaakt. Tijdens die Franse revolutie werd er op een, voor onze wijze van handelen, wel zeer gruwelijke en veelvuldige wijze gebruik gemaakt van de knipbeurt met het nationale scheermes, de guillotine. In onze tijd maken we ons zorgen over het onzinnige geweld dat Déis of IS gebruikt tegen ongelovigen maar tijdens de Franse revolutie werden in korte tijd duizenden een kopje kleiner gemaakt. Het is nog maar net 200 jaar geleden, dat zouden we ook moeten bedenken. Anders gelovigen ter dood brengen zit nu een keer in de mens. Het is een ‘condition humaine’. Bonaparte had er een hekel aan en hield zich er afzijdig van. Het vond het meer een zaak van het plebs, het rapaille, crapules, het geteisem. Hij stond boven het politieke gekrakeel, waarbij je de ene dag held bent en de volgende dag men triomfantelijk met je afgehakte hoofd liep te zwaaien. Die middag ga ik eens bij het strand kijken en vind een mooi plakje voor me zelf. Ik graaf een kuiltje voor de heup en jawel hoor, ik slaap anderhalf uur lang. Gelukkig ging het bijkleuren door dus melden mijn overburen dat ik een behoorlijk kleurtje heb gekregen. Ik weet nog steeds niet wanneer ik weg ga naar Sardinië, morgen of toch nog een dag blijven, ik stel de beslissing uit. Op het moment dat ik wil gaan slapen word ik op een glas wijn gevraagd, daardoor wordt het voor mij de eerste keer dat ik tegen 12 uur ga slapen. Het begint ook te onweren en even later te regenen. Geen kans op de hop. Dat gaf de doorslag om morgen weg te gaan, dan maar de boot van 12 uur. Maar als ik de volgende dag alles in alle rust heb opgepakt en Bonifacio binnen rij ligt er nog een ferry aan de kade. U hebt nog 5 minuten wordt er geroepen en ik doe alsof ik haast maak. Er staan 5 auto op de ferry en de man moppert omdat ik geen zijsteun hen maar enkel een centrale steun, nu moet hij 2 kabels spannen om de bambino piaggio vast te sjorren. Bij het afscheid zei iemand tegen me dat ik een goede reis werd gewenst en dat ik toch nog jaren dit soort reizen moest maken want ze gingen het lezen. Ik was eigenlijk net als met de hop, woordeloos, zoveel support.